De overheid kan ongeveer 500.000 Nederlanders niet opsporen omdat zij “onvindbaar” zijn, dat wil in de ogen van de overheid zeggen: niet ingeschreven op een adres. Of zoals ze dat noemen een VOW’tje (Vertrokken, Onbekend, Waarheen). Daar zijn circa 50.000 jongeren bij tussen de 18 en 27 jaar, op de vlucht voor schuldeisers, uit huis gezet en onbekend waar ze wonen. Dat is even schrikken. Je zult op straat (’s nachts) maar zo’n spook tegenkomen. Ik dacht dat spoken nooit bestonden. Heb het dus altijd fout gehad.
Is dit niet weer een typisch overheidsprobleem? Het is te moeilijk om op te lossen, dus haal ze uit ons systeem met een VOW’tje en het probleem bestaat niet meer. Wie die problemen wel ziet, ziet spoken. Nu duidelijk wordt dat het merendeel van die jongeren in de criminaliteit of prostitutie verdwijnt, begint men zich achter de oren te krabben. Tja, daar zouden we problemen mee kunnen krijgen.
Menselijke maat
Een deel van dit probleem ontstaat door starre overheidsregels, lees ik. Je bent 21 en wordt geacht te verdienen, dus je ouders worden gekort op subsidies en toeslagen. Het gevolg: je wordt dringend maar vriendelijk verzocht op te krassen. Aangezien de woningnood onbeperkt hoog is, vind je niets en ga je de onderwereld in, die wel in staat is dingen te “regelen”, uiteraard tegen vergoeding, al dan niet in natura.
Het zou de overheid sieren, voordat rigoureuze beslissingen worden genomen, de menselijke maat te hanteren. We praten over mensen, niet over materialen. Welk voordeel is er bij het strak toepassen van wetjes en regeltjes, die onmogelijk elke situatie kunnen ondervangen. Zorg dat mogelijk gemaakt wordt om maatwerk te leveren. Dan verdwijnt het spookbeeld dat nu opdoemt. Spoken bestaan niet, mensen wel.